Het immuunsysteem (afweersysteem) bestaat uit organen, bepaalde cellen en stoffen die samenwerken en het lichaam verdedigen tegen dingen waar men ziek van kan worden. Dat kunnen ziektemakers zijn van buitenaf, zoals bacteriën, virussen, gifstoffen en parasieten, maar ook ‘inwendige’ ziektemakers, zoals kanker. Om het lichaam en de gezondheid te beschermen is het dus belangrijk dat het immuunsysteem goed functioneert. Naast chemotherapie en bestraling, is er tegenwoordig ook een andere manier om bepaalde vormen van kanker te behandelen: immunotherapie. Immunotherapie kan het afweersysteem versterken en activeren, zodat kankercellen aangevallen worden.
Het immuunsysteem bestaat uit twee onderdelen.
De verworven afweer bouwt men gedurende het leven op door in aanraking te komen met bepaalde stoffen, zoals virussen en bacteriën. Het afweersysteem ‘onthoudt’ deze ziekmakers zodat het de volgende keer beter tegen ze in actie kan komen.
Verworven afweer kan ook worden opgebouwd door vaccinaties.
Het aangeboren afweersysteem werkt anders. Dit afweersysteem is al aanwezig bij de geboorte. Het kan onderscheid maken tussen eigen en niet-eigen, of afwijkende cellen.
Wanneer kankercellen ontstaan, veranderen bepaalde kenmerken van de oorspronkelijke cel. Het aangeboren afweersysteem herkent veel van de kankercellen daardoor als afwijkend en ruimt ze op. Dit gebeurt dagelijks en vermoedelijk zelfs een paar keer per dag.
Behandeling tegen kanker is bijna altijd gericht op de tumoren. Immunotherapie werkt anders. Het richt zich niet op de tumor maar op het eigen afweersysteem. Immunotherapie is een behandeling waarbij medicijnen worden gebruikt die de natuurlijke afweerreactie van het lichaam stimuleren om kankercellen te bestrijden. De aanbevolen behandeling is afhankelijk van de persoonlijke situatie (tumorsoort, conditie van de patiënt, stadium van de ziekte, etc.).
In tegenstelling tot sommige andere behandelingen tegen kanker is immunotherapie niet altijd meteen effectief. Iedereen reageert anders op immunotherapie. Soms moeten patiënten weken tot maanden wachten voordat beoordeeld kan worden of het lichaam goed op de behandeling reageert.
De bijwerkingen die de patiënt kan ervaren, zijn afhankelijk van de geneesmiddelen die bij immunotherapie gebruikt worden en de manier waarop het immuunsysteem reageert op de behandeling. Ze hebben gemeen dat de bijwerkingen een gevolg zijn van een te actief afweersysteem.
De ernst van de bijwerkingen zegt meestal niets over het resultaat van de behandeling. Als de patiënt veel last heeft van bijwerkingen, is dat geen garantie dat de immunotherapie een goed effect heeft op de ziekte. Of omgekeerd: als de patiënt weinig bijwerkingen ervaart, wil dat niet zeggen dat de immunotherapie geen invloed heeft op de ziekte.
De behandelend arts bepaalt hoe de bijwerkingen behandeld worden en of behandeling met immunotherapie voortgezet kan worden.
Immunotherapie kan o.a. de volgende bijwerkingen veroorzaken:
Problemen met uw longen, zoals ademhalingsproblemen of hoesten. Dit kunnen verschijnselen zijn van ontsteking van de longen.
Diarree (waterige ontlasting) of symptomen van ontsteking van de darmen zoals buikpijn en slijm of bloed in de ontlasting.
Ontstekingen van de lever (hepatitis). Klachten en symptomen van hepatitis zijn bijvoorbeeld afwijkingen in leverfunctietests, geel worden van ogen of huid (geelzucht), pijn aan de rechterkant van uw maagstreek of vermoeidheid.
Ontsteking of problemen met uw nieren. Klachten en symptomen zijn bijvoorbeeld afwijkingen in nierfunctietesten of minder urine produceren.
Problemen met uw hormoonproducerende klieren (waaronder de hypofyse, schildklier en de bijnieren) die invloed kunnen hebben op de werking van deze klieren. Klachten en symptomen die aangeven dat uw klieren niet goed werken zijn bijvoorbeeld vermoeidheid (extreme moeheid), gewichtsverandering of hoofdpijn en verstoord gezichtsvermogen.
Diabetes (symptomen zijn onder andere buitensporige dorst, toename in hoeveelheid urine, toename van eetlust met gewichtsverlies, vermoeidheid, sufheid, zwak zijn, depressief zijn, snel geïrriteerd zijn en zich over het algemeen niet lekker voelen) of diabetische ketoacidose (zuur in het bloed veroorzaakt door diabetes).
Ontsteking van de huid die uitslag en jeuk kan veroorzaken.
Onderstaande filmpjes geven meer uitleg over de werking en bijwerkingen van immunotherapie.
(let op: COVID-maatregelen kunnen ervoor zorgen dat er minder of geen begeleiders op de dagbehandeling aanwezig kunnen zijn).